Pieter van Diepen: een bevlogen man

Laatste update om 10:48 op Sunday, 19 March

In de mediawereld van de blaasmuziek is Pieter van Diepen geen onbekende. Volg je de brassbandsector een beetje dan kun je niet om hem heen. Hij heeft in de afgelopen acht jaar zeker zijn stempel op de sector gedrukt als voorzitter van de Stichting Nederlandse Brassband Kampioenschappen. Bestuurslid vanaf 2013 en voorzitter van de Stichting ENBK vanaf 2015. Begin dit jaar droeg hij het stokje over aan een nieuwe voorzitter en daarmee komt een eind aan een tijdperk. ‘Nou ja eind?’, sputtert Van Diepen tegen. ‘Ik ben nog gewoon actief als bestuurslid bij Stichting ENBK. Het is prachtig dat Ale Nicolai de uitdaging overneemt, maar ik blijf gewoon betrokken bij het evenement als penningmeester.. 
  
Als je met Pieter van Diepen praat dan zie en hoor je een bevlogen man. Na al die jaren nog even enthousiast over het medium brassband. Van liefde op het eerste gezicht op zaterdagochtend bij het autowassen een kwartiertje brassbands luisteren op de radio tot zelf cornetspelen bij de Nationale Brassband en daarna voorzitter van Stichting ENBK. Als 15-jarig jongetje had hij een open brief gestuurd naar de begin jaren 70 bekende Utrechter Jurriaan de Koning die zijn bevindingen met de brassbands hoogst persoonlijk uittypte op de klassieke schrijfmachine, stencilde en distribueerde als “Brass Info”. En pardoes reageerde de toenmalige directeur van de muziekschool in Castricum Cees Brugman. Zo kwam hij terecht bij Meindert Boekel die dirigent was van de Nationale Brassband in Amsterdam. Hij viel meteen als jong broekie met zijn neus in de boter als assistent-principal 3e cornet naast de befaamde Volendammer Jan Schilder op de allereerste Vara’s Brassband van het Jaar te Musis Sacrum in Arnhem. 
Pieter Van Diepen bijzonder enthousiast: ‘Ik zie nog Harry Mortimer achter in de coulissen op het podium zitten. De Nationale was absoluut geen concoursband, ik kan me geen enkele extra repetitie voor de geest halen, we werden dan ook 3e’.  
  
Start bij de ENBK 
Hoe was je start bij de ENBK? Dat moet toch hectisch zijn geweest met veel klachten over de toenmalige zaal in Groningen. Van Diepen: ‘Ik wilde aanvankelijk helemaal geen voorzitter worden. Ik wilde de brassband wereld ondersteunen en ben als ‘gewoon’ bestuurslid ‘zonder portefeuille’ begonnen. Mede vanuit mijn professionele achtergrond op gebied van marketing & communicatie (o.a. Bij Het Concertgebouw te Amsterdam) mocht ik als eerste klus de NBK naar Tivoli ‘halen’. Als een soort kwartiermaker heb ik de onderhandelingen gevoerd en samen met mijn medebestuurders het evenement naar Utrecht gebracht. Mooie zaal niet alleen vanwege de akoestiek, maar ook omdat je als musicus echt tussen het publiek lijkt te zitten. Mijn connecties uit mijn jaren in Amsterdam kwamen bijzonder goed van pas en ook nu profiteert de sector nog steeds van de erg goede (meerjaren) deal die we toen gemaakt hebben. Vanwege interne mutaties in het bestuur ben ik ruim een jaar na aanstelling toch aan de klus begonnen als voorzitter.’ 
 
Denken-doen 
Pieter gaat verder: ‘Ik heb een retail achtergrond en daarmee wil ik aangeven dat ik altijd erg praktisch ben ingesteld. De cyclus van denken en dan doen zit als het ware in het bloed. Waarom blijft de omzet van een bepaalde product categorie achter? En dan uitzoeken hoe we dat kunnen veranderen en verbeteren. De cadans van denken-doen-denken-doen…. Dat vind ik mooi om ook toe te passen op een evenement als de NBK. Dat heeft er denk ik mede toe geleid dat we welhaast ongemerkt toch veel verbeteren en momenteel een prachtig evenement hebben dat nog jaren mee kan.’ 
 
Zijn er nog andere lessen die je meenam vanuit de retail? ‘Uit de retail heb ik ook geleerd om de eigen broek op te houden’, gaat van Diepen verder. ‘Ik heb eerlijk gezegd een broertje dood aan het subsidie infuus. Niet waar het moet! Bijvoorbeeld onderwijs of muziekontwikkeling met name bij de jeugd zijn precies terreinen waar het nodig is dat een overheid ingrijpt en zelfs fors moet faciliteren, lees investeren, met onder andere subsidie. Maar het feit dat bepaalde (muziek) instituties lui worden als ze aan het infuus liggen, meer bezig zijn met aquisitie en rondpompen van publiekelijk geld stuit me eerlijk gezegd tegen de borst. Ik ben er trots op dat we als NBK toch altijd weer de eindjes aan elkaar geknoopt krijgen.’ 
  
Luisteren naar de sector 
Het denken-doen betekent dat je open moet staan voor signalen. Voordenken is minstens zo belangrijk als nadenken. Dat betekent je oor te luisteren leggen bij vele partijen in en rond een evenement als de NBK. Het betekent ook goed luisteren naar de sector zelf. Gemiddeld om de drie jaar sturen we de hele brassbandsector een enquete. Let wel, de hele sector! Nederland is ongeveer 100 bands rijk en ongeveer tussen de 40 à 50 neemt op regelmatige basis deel aan de NBK. We ondervragen niet alleen de deelnemers maar iedereen om een beter evenement te krijgen. Waar is er behoefte aan en hoe kunnen we met de NBK daar op inspelen? Maar dat blijft een moeilijke zaak. Is een antwoord van een band nu de mening van een hele band, of is het een fanatieke bestuurder of wellicht dirigent wiens antwoorden ik lees? 
 
Fanatiek 
Wat kenmerkt de brassbandsector? Van Diepen denkt niet lang na over zijn antwoord. ‘Het fanatieke van de brassbandwereld vind ik mooi en is ook wel iets dat ik uit de retail periode herken. Heerlijk om invulling te geven aan ambitie en om te proberen je steeds te verbeteren, maar wel fair! Ik zal bijvoorbeeld nooit vergeten dat we als bestuur door een zevental Friese bands werden ontboden omdat er in de vierde divisie competitievervalsing dreigde. Het kwam nog wel eens voor dat brassbands in de bondsstructuur in een divisie uitkwamen die dan niet aansloot op de divisiestructuur van de NBK. Meestal ging dat goed maar deze keer moest ik het komen uitleggen. Mooi vind ik dat! Ook prijzenswaardig dat bands terecht het bestuur om uitleg van dergelijke beslissingen vragen. Altijd fair! Soms is dat wel eens lastig omdat je als prive persoon wel eens een andere mening kunt hebben dan in je rol als voorzitter van de Stichting NBK. 
 
KNMO 
Hoe is de relatie met de Koninklijke Nederlandse Muziekorganisatie? ‘De NBK is onstaan vanuit de taakgroep van een bond, maar is al meer dan 10 jaar een geheel zelfstandige stichting met een gezonde relatie met de overkoepelende muziekbond. Maar met de Koninklijke heb ik wel een haat-liefde verhouding. Ik vind het prachtig dat er een organisatie is in het landelijke maar het echte succes wordt toch in ‘het regionale’ gemaakt. Juist omdat mensen elkaar daar beter vinden dan op het nationale niveau. Het succes van de start van evenementen als de ONFK en ONSK, maar ook zeker de NBK is omdat het een paar bevlogen ‘idioten’ elkaar weten te vinden in de regionale- of provinciale nabijheid. De KNMO heeft dat, naar mijn bescheiden mening, nog niet echt waar kunnen maken. Provinciale koepels van de KNMO kunnen het incidenteel, lees lokaal, erg goed doen maar als collectief weet ik het zo net nog niet.  
  
Wat brengt het bestuurswerk je? 
Als ik iets zou willen laten doorschemeren in een dergelijk artikel dan zou dat toch moeten zijn dat het bestuurswerk een prachtige uitdaging is voor nuchtere hands-on no nonsense bestuurders. Denk vooral niet dat het een erebaantje is waarbij je lekker achteroverleunend een wijntje kunt drinken op het bestuurspluche. We moeten alle vijf flink aan de bak om elk jaar een goed evenement neer te zetten, en dat ook nog eens 100% onbetaald. We verzorgen helemaal zelf de kaartverkoop bijvoorbeeld. Een helse klus maar dat levert de stichting weer een paar euro per kaartje op en dus doen we het. Daarbij doen we deze klus ook niet helemaal alleen als bestuur. Vele lokale vrijwilligers helpen ons gelukkig met van alles en nog wat in het weekend zelf. 
 
Wat speelt er op dit moment? 
Zoals recentelijk gecommuniceerd werken we op dit moment aan het oppakken van de outputs van onze laatste NBK-enquete. Het geeft me veel vertrouwen om te zien hoe pro-actief het bestuur in de nieuwe setting qua rollen en taken al weer flink aan het werk is.  
Zelf ben ik momenteel, als vertegenwoordiger namens de NBK in het Repertoire Informatie Centrum, behoorlijk intensief bezig met het verzamelen van het aanbod van nieuwe potentiele verplichte werken voor de komende editie.  
Bij deze kan ik al wel verklappen dat wij dit jaar weer 2 gloednieuwe compositieopdrachten hebben verstrekt aan zeer getalenteerde jonge Nederlandse en Belgische componisten. Dat blijft tot de allerlaatste toetsing door de RIC-muziekcommissie elke keer weer een spannend traject, eind april zullen we daar zoals gebruikelijk meer over communiceren. 
Daarnaast ben ik zelf nog behoorlijk actief als muzikant en probeer ik toch wel minstens een uurtje per dag te studeren. De een doet thuis aan meditatie en ik speel het liefst op de trombone en de euphonium; wat is het verschil!? 
 
Pieter, hartelijk dank voor je inzet en ook deze inkijk in het bestuurswerk van een bestuurslid bij de Stichting ENBK.