VLOF 2024: Componist Nick Van Elsen over The Promised Continent

Laatste update om 21:37 op Thursday, 8 February

In 2019 kreeg ik van VLAMO de kans om het plichtwerk voor het VLOF te schrijven. Mede op aangeven van Dirk De Caluwé die geloofde in het belang van kansen bieden aan jong talent. Net geen twee weken voor het VLOF in 2020 -dat overigens door corona werd afgelast- kwam hij te overlijden. Ik heb toen besloten het werk aan hem te willen opdragen als blijk van dank voor zijn geloof in mij als componist. Vijf jaar later ziet de wereld er volledig anders uit. Dat zijn op vele fronten vijf moeilijke jaren geweest waarin helaas ook het lijstje aan wie ik dit werk zou willen opdragen groter werd. Op 18 december 2022 overleed mijn mentor, mijn grote voorbeeld Wim Henderickx zeer plots. Dat liet een diepe indruk na in die zin dat ik tot op vandaag nog niet opnieuw de energie gevonden heb om muziek te schrijven. Graag wil ik dit werk ook én vooral aan hem opdragen, in de hoop dat de uitvoeringen op 10 maart opnieuw die energie kunnen geven. Een groot woord van dank aan VLAMO om ook vier jaar na dato nog steeds te kiezen voor mijn werk als plichtwerk voor deze wedstrijd.
 
Wat motiveerde je om 'The Promised Continent' te componeren?
Voor mij als componist is het belangrijk dat muziek een betekenis heeft. Dat kan een heel persoonlijk sentiment zijn dat die muziek oproept of dat ik concreet een ‘verhaal vertel’ zeg maar. Met The Promised Continent is het dat tweede geworden. Vanuit compositorisch standpunt heeft dat het gigantische voordeel dat je je werk -althans in het compositieproces- kan opdelen in verschillende deelstukjes en begint na te denken welke sfeer, gevoel of uitdaging je per stuk wil oproepen. Met dit werk wens ik een moment van reflectie te bekomen.
 
Hoe zou je de algemene boodschap of emotie van het stuk beschrijven?
Waarom dan precies de thematiek van The Promised Continent? Destijds recupereerden we van een gigantische migratie’crisis’. Crisis is een beladen term, want migratie is van alle tijden. Mensen migreren, in de hoop hun levensomstandigheden te verbeteren, gelukzoekers zou je kunnen zeggen. Amerika zou vandaag niet zijn wat ze is zonder de migratiestromen uit West-Europa, om maar een voorbeeld aan te halen. De burgeroorlog in Syrië en de daarmee gepaard gaande migratiestroom zijn heel concreet voor dit werk het startpunt. De boodschap van dit werk is misschien wel wat cynisch te noemen. Je verlaat je eigen land en laat onverbiddelijk een stuk van je identiteit daar achter in de hoop voor jezelf en je kinderen een betere wereld te vinden aan de andere kant van een grote plas water. Realiteit is dat deze mensen heel wat gevaren trotseren voor ze hier voet aan wal zetten. Eens op het ‘beloofde continent’ aangekomen blijkt dan toch dat ook hier het leven niet van een leien dakje loopt.
 
Misschien wil het werk ons -de Europeaan- wel oproepen tot reflectie over hoe we daarmee om moeten gaan of omgegaan zijn. De "wir schaffen das"-retoriek was duidelijk te simplistisch, ga dat maar vragen aan al wie toen (en vandaag) in Brussel op straat slaapt. Dat is ook een vraagstuk waar ik zelf ideologisch heel erg mee gewrongen zit, daarom dat ik daar verder -ook muzikaal- geen antwoord op wil geven. Vandaar dus ook het open einde.
 
Wat is je favoriete deel van het stuk en waarom?
Dat is eigenlijk de overgang van deel 3 naar 4, vanaf letter N tot Q. De trompetsectie die plaatsneemt rond het orkest en eigenlijk de omstuimige en verraderlijke zee moet symboliseren waarna in de verte, aan de horizon stilaan de contouren van het Europese continent zich beginnen af te tekenen en een soort gevoel van bevrijding inluiden. Dat zijn persoonlijk misschien wel de meest geslaagde maten van het werk.
 
Kun je wat meer vertellen over de keuze voor de specifieke titels van de delen, zoals "Blood-poisoned Soil" en "Endless Waves"?
De Blood-poisoned Soil refereert naar de met bloed doordrenkte zandgrond in het Midden-Oosten. De luide slagen, of eerder ‘aanslagen’ zetten direct de toon. Het stuk roept dreiging en lijden op, maar ook de eerste gedachten aan een beter leven in Europa. Get out! is één en al chaos. De vlucht weg van huis naar de kust om daar de tocht verder te zetten. Met Endless Waves wil ik enerzijds de schijnbaar oneindige massa water symboliseren, maar ook het uitzichtloze van de situatie waarin men zich op dat moment bevindt. Op een klein bootje in de eindeloze zee. Overal water, het geruis van golven en wind. De gestemde flessen geven wat mij betreft perfect dat geruis weer. Eens aangekomen bij deel 4 The Promised Continent is het zeer duidelijk dat men erin geslaagd is om voet aan wal te zetten op het Europese vasteland. De statige hymne moet hoop uitspreken, maar aan het einde van het werk wordt tegelijk ook wel duidelijk dat de lijdensweg niet per se afgelopen is.
 
Hoe heb je geprobeerd de gevoelens en gedachten van de vluchtelingenstroom in de muziek te verweven en waar lag hier de uitdaging in?
De grootste uitdaging ligt in het feit dat dit mijn interpretatie is, maar ik natuurlijk niet tussen die mensen op de boot zat. Dat verhaal kan je volgens mij nooit vatten als je dat niet zelf hebt meegemaakt, ik wil dan ook niet pretenderen dat te doen. Ik heb voor mezelf geprobeerd om gevoelens en reflectie op te roepen met dit werk. Daarnaast hoop ik vooral ook dat het gewoon ‘mooie’ muziek is.
 
In hoeverre heeft het schilderij 'Terra Promissa' je beïnvloedt bij het componeren van 'The Promised Continent'?
Ik zou nu graag een heel artistiek, spannend verhaal vertellen, maar helaas. Het schilderij is er eigenlijk gekomen naar aanleiding van dit werk. De schilder, Laurens van der Wiel, is een zeer getalenteerde jeugdvriend van mij die ik gevraagd heb om een schilderij te maken bij het verhaal van dit werk. Voor mezelf is dat ook een visueel aandenken aan dit ‘avontuur.’ Hij maakte ook al een werk voor mijn eindproef aan het conservatorium rond de Griekse tragedie ‘Bakchai’ van Euripides.
 
Er is sprake van een zeer uitgebreide partituur met uitgebreide bezetting inclusief harp. Hoe kijk jij aan tegen de ontwikkeling qua uitgebreide bezetting in de superieure afdeling?
Ik heb er vanzelfsprekend geen problemen mee om de standaardbezetting uit te breiden, anders had ik dat ook niet gedaan. Toch ben ik ervoor behoed om hier te ver in te gaan. Het moet te allen tijde een fanfare blijven. Zeker voor de hoogste afdelingen verwacht ik dat de bezetting ‘comfortabel’ is. Met 5 bugels en 2 saxofoons kan je dat topniveau gewoon niet aan. Ik heb er voor gekozen om secties wat verder op te splitsen (4 bugelpartijen, 2 sopraansaxen, 4 trombones, 2 baritons, 2 euphoniums, 6 percussie en een optionele bassax), maar mijn insziens is dat in de superieure afdeling/concertdivisie vandaag geen breekpunt meer. Het laatste wat ik wil is dat orkesten zichzelf ‘oppompen’ zeg maar, ik hoop van harte dat de eigen muzikanten die elke week naar de repetitie komen de kansen krijgen en met volle teugen van het VLOF kunnen genieten. Want naast het muzikale is het sociale minstens even belangrijk. Het belang van een wedstrijd is relatief, maar af en toe nodig om een uitdaging aan te gaan en zo het niveau op te krikken. Maar dat doe je in mijn ogen vooral door veel samen te repeteren, samen muziek te maken en niet door met zoveel mogelijk muzikanten op dat podium te kruipen.