Een interview met Wim van Boven (deel 1)

Laatste update om 19:37 op Friday, 13 August

Op 27 juni werd Wim van Boven 82 jaar. Samen met Ron Mostaard kijkt Wim terug op een bijzondere periode waarin hij ook in Engeland furore maakte, hetgeen hem de titel Wereldkampioen cornet spelen opleverde.

Willem Pieter Jan van Boven werd geboren in het Zeeuwse Hansweert aan de Westerschelde. Zijn ouders hadden een binnenvaartschip en Wim groeide in de oorlogsjaren op bij zijn opa en oma. Van zijn opa leerde hij de beginselen van het cornet spelen en zo werd hij lid van Harmonie De Scheldegalm in het dorp. 

Waarmee is het allemaal begonnen? Kun je je eerste solo nog herinneren?
"Op een zeker moment moesten we op concours en in het werk zat een cornetsolo. De oudere garde die er zat werd gepasseerd en toen moest ik dus die solo spelen. Ik zal 12 of 13 jaar oud geweest zijn. Dat doet je dan wel wat."

Ik ken je natuurlijk als solist, maar speelde je in die tijd nog in orkesten?
"Toen ik in dienst moest kwam ik in Ossendrecht terecht bij de luchtdoelartillerie en daar hadden ze een fanfarekorps. Je had anderhalf jaar diensttijd waarbij na drie maanden een lichting afzwaaide en een nieuwe lichting werd toegevoegd, dus de bezetting van het korps veranderde constant. Bob Kaper, later de leider van de Dutch Swing College Band, speelde er ook in die tijd. Tijdens het reizen heen en weer van Ossendrecht naar Hansweert leerde ik een meisje kennen. Haar broer was een befaamde euphoniumsolist in de brassband van Kloetinge, die me overhaalde om naar Excelsior te komen. Na een vrij korte periode zat ik op de principal stoel. Dirigent Ko den Toonder haalde me over om aan een solistenconcours mee te doen. Ik kreeg het stuk Dixieland om in te studeren en tot mijn schrik zag ik dat ik in de hoogste afdeling stond ingeschreven. In die tijd werd er zeer actief deelgenomen aan dit soort concoursen en was het deelnemersveld verdeeld over drie weekenden. De toppers waren in het laatste weekend aan de beurt. Uiteindelijk scheelde het een half puntje of ik had gewonnen. In de jaren daarna heb ik nog heel vaak meegedaan en verder altijd gewonnen. Van de eerste in '59 tot rond '74."

Ik heb wel eens ergens gelezen dat iemand je wereldkampioen noemt.
"Met een aantal vrienden van Kloetinge gingen we naar de Finals in Londen. De eerste keer zaten we in hetzelfde hotel als de Black Dyke en dat waren onze grote idolen, John Clough en James Shepherd, en daar ben ik toen bij gaan zitten om een praatje te maken. Het jaar erop kon ik eerst naar Queensbury om een paar repetities mee te maken en reisde ik vervolgens met de band naar Londen. Ik had een vriendschap opgebouwd en van het een kwam het ander. Vanuit de Vara werden in die tijd concerten in Nederland georganiseerd en dan kwam bijvoorbeeld Harry Mortimer, die dirigeerde dan ook een Nederlandse massed band. Ik zat daar op de principal plek en mocht solo spelen. Vervolgens werd ik uitgenodigd om te soleren bij Harry Mortimer's All Stars en werd ik gevraagd deel te nemen aan het nationaal solisten concours in Engeland. 

Ik vond dat vreemd want het was toch een nationaal solisten concours, maar dat werd geregeld. Het resultaat was dat ik het hoogste aantal punten haalde bij de cornettisten. Overall won een euphoniumblazer uit Ierland, die had een paar punten meer, maar van de gerenomeerde top van cornettisten in Engeland, daar won ik van. Een zekere André Louwerse, die was technicus bij de NOS, die voelde zich geroepen om manager van mij te zijn. Door hem kreeg ik veel optredens in radioprogramma's, waar dat beroemde bandje nog van bestaat. En de pers raakte ook geïnteresseerd en André noemde me wereldkampioen. Ik wist daar helemaal niet van en vroeg 'Hoe kom je daar nou bij?'. Waarop hij aangaf dat als je als buitenlander wint van de Engelse top, je wel wereldkampioen moet zijn. Ik probeerde iedereen duidelijk te maken hoe het nou in elkaar zat, maar daar ben ik maar snel mee gestopt. Het had geen nut. Het was een unieke prestatie, dat werd in Nederland wel wat afgezwakt, maar ga er maar staan. Geen enkele buitenlander heeft ooit nog deelgenomen, maar een wereldkampioenschap was het niet."

 

 

Was de brassbandscene in die tijd groot in Nederland?
"Nee, dat begon pas. Wat een hoop mensen niet weten is dat de allereerste brassband in Nederland, de Benny Printer's Brass Band was. Benny Printer was een pseudoniem van Bernard Drukker, een befaamde organist die een wekelijks radioprogramma had. Hij haalde overal de beste blazers vandaan en formeerde daar een brassband van. Daarna kwamen andere bands op. In het begin van de jaren '60 had je in Friesland Het Heidebloempje onder leiding van Sierd de Boer. Je had Marinus Jansen met Brass Band Rotterdam, wat tegenwoordig Rijnmond is en Meindert Boekel natuurlijk, met z'n Nationale Brassband. We waren allemaal pioniers en je kunt je niet voorstellen wat we er voor hebben moeten doen. Dat ik mijn sectie won op dat solistenconcours in Engeland, dat zorgt dan dat er iets gebeurt. Frits Smienk's Vara's Brassband Magazine heeft er de nodige aandacht aan besteed en bij de NCRV had je Muziek in Vrije Tijd. Ik had maandelijks minstens twee keer een radio optreden. In de jaren '60 en '70 is de brassbandscene zich steeds verder gaan ontwikkelen. Vooral in Friesland kwamen goede bands naar voren en die zijn er vandaag de dag nog."

Is er nooit een soort kruisbestuiving geweest met de orkesten van het Leger des Heils, die er in die tijd toch ook al waren?
"Ik weet dat eigenlijk niet. Je kende wel wat Leger des Heils muzikanten, ze speelden soms op ons dorp. Verder had je op de radio het Leger des Heilskwartier, maar verder merkte je er niet zoveel van."

Werd je ook door buitenlandse orkesten gevraagd als solist?
"Ja, ik heb opgetreden met de Luton Band. Ik heb nog contact met die mensen daar. Met Brighouse and Rastrick heb ik natuurlijk 2 elpees gemaakt. Met de All Star Brass Band die Harry Mortimer formeerde uit de orkesten die hij dirigeerde en ook met symfonie-orkesten heb ik gespeeld als solist."

Op een gegeven moment heb je de overstap gemaakt naar professional. Hoe ging dat?
"Nou, tijdens mijn amateurperiode had ik ook al solo optredens met de Johan Willem Friso Kapel en ook bij de Amsterdamse Politie Kapel. Toen bij dat laatste orkest iemand met pensioen ging, kreeg ik een berichtje van dirigent Karel Kokkelaar: we zouden het leuk vinden als je solliciteerde. Theo Laanen, bij wie ik op dat moment studeerde, vond het een goed idee en toen heb ik het proefspel gedaan en ben ik er ingerold. Ik werkte tot dan toe in de metaal als instrumentmaker"

In deel twee vertelt Wim o.a. hoe hij kijkt naar de brassbandwereld vandaag de dag en er komen nog wat anekdotes boven. Mis het niet! 

Luister naar de opnamen van Wim van Boven (gedigitaliseerd door Ron Mostaard):

Carnaval_de_Venice.mp4