EBK 2024: Keuzewerk band 9

Laatste update om 15:25 op Saturday, 4 May

Het is de beurt aan 3BA Concert Band uit Duitsland olv Corsin Tuor. Zij zorgen voor een primeur met de allereerste uitvoering in de kampioenssectie van een Japanse componist. 'Weeping Willow' van Hitoshi Takahashi.

Weeping Willows staat voor treurwilgen (Salix Babylonica). Deze komen overal in Japan voor. In de stad Kyoto liggen prachtige paden langs het oude stadscentrum. De componist gebruikt ze als metafoor voor zijn eigen emotionele identiteit en taal – een uitdrukking van zijn voortdurende emotionele staat van welzijn. Het is er een die hem heeft zien lijden aan een ernstige depressie en heeft overwogen zijn eigen leven te beëindigen, maar op het laagste punt begint een geleidelijke terugkeer naar hoop en positiviteit. Het werk is opgebouwd uit een inleiding en drie delen, grofweg in sonatevorm. De opening projecteert pijn en diepe wanhoop – het begin van de donkere psychologische toestand getroffen door het geluid van een aambeeld en een voeringthema dat lijkt op de uitgestrekte hangende takken van de wilg. De cadens die volgt is zijn eerbetoon aan Chopins ‘Polonaise-fantasie’ die hoop en de droom van een gelukkig toekomstig leven uitdrukt. Het is een diep persoonlijke reflectie. De componist zegt dat zijn ‘hart gebroken is en aanvoelt als gebroken glas’ – de ‘angst’, ‘lijden’ en ‘hartzeer’ die de emoties voelden toen hij klinische hulp kreeg. Er is echter een vleugje positiviteit, gekenmerkt door een langzame ascensie die het verlangen naar zelfvertrouwen aangeeft. Op dit punt ontwikkelt het 'angst'-motief zich uiteindelijk tot een resonerend gevoel van opkomende positiviteit met uitgebreid gebruik van Japanse toonladders en harmonieën. Een chromatische finale leidt naar een climax die eindigt met een andersoortige hamerslag – een die de hoop symboliseert.

Een opening die meteen uitnodigt om te luisteren. Mooi cornetsolo gevolgd door typisch Japanse klanken. Het geheel klinkt wat hoekig, maar is heel aangenaam om naar te luisteren. Technisch is het prima in orde bij de Duitsers. Het wordt in de tutti's af en toe wel wat grof. Het werk wordt nu wat abstracter en luider. Dit gedeelte wordt afgesloten met een enorme hamerklap als in Mahler 6. Je hoort in het volgende deel zeker de angst terug die de componist wil overbrengen. Doodse stilte in de zaal tijdens het pianissimo. We horen een mooie euphoniumsolo met daarna een prima opbouw naar het tutti-fortissimo. De band gaat helemaal open. Wederom zonde dat zoveel mensen de zaal hebben verlaten. Even verderop wat oneffenheden en missers. Ook de energie valt wat weg. Technisch blijft het allemaal prima overeind. De slagwerkers weten de gong goed te vinden. Een hele krachtige finale van dit werk door deze hele degelijke band. Het werk wordt afgesloten met nog een ferme hamerklap!