Verplicht werk Kampioensdivisie: Old Licks Bluesed Up - Torstein Aagaard-Nilsen

Laatste update om 23:32 op Tuesday, 23 October

Old Licks Bluesed Up is gecomponeerd in opdracht van Manger Musikklag en opgedragen aan hun dirigent Peter Szilvay. Manger gebruikte het als vrij werk tijdens de Noorse en Europese Kampioenschappen van 2011. In 2012 hoorden we in Rotterdam de fantastische uitvoering van de Noordlimburgse Brassband o.l.v. Ivan Meylemans, die het ook al gekozen had als vrij werk voor de Belgische Kampioenschappen in 2011. Zowel Manger als de Noordlimburgse vielen in de prijzen.

Oude muziek in nog oudere vormen
Het werk heeft twee hoekdelen met de titels Toccata I en Toccata II, beide een dikke 4 minuten lang. Ze omspannen een 9 minuten durend middendeel met de titel Ritornello. De titel van de compositie geeft aanwijzingen hoe het werk kan worden begrepen. Het woord ‘Old’ en de titels van de drie delen verbinden de muziek met het verleden. Toccata is een bekende vrije vorm van zeer energieke muziek uit de barok klavierliteratuur, terwijl ritornello refrein of draaiing betekent. Het is een terugkerend thema dat we kennen van het barokconcert. Populair gemaakt door Vivaldi, maar de oorsprong gaat zelfs terug tot Gabrieli.

Het tweede woord van de titel is 'Licks' en verwijst naar de praktijk van de jazz en de blues, later gevolgd door de rock-gitaristen. Licks is voor deze muzikanten een verzamelnaam voor korte figuren in de vorm van arpeggio’s, toonladders of riffs. Al in 1987 baseerde de componist een groot werk, onder andere, op riffs. Riffs and Interludes verwijst echter meer naar zijn eigen ervaringen als instrumentalist. Dit keer geeft de componist aan dat als we goed luisteren naar licks in de jazz en bij de hedendaagse rock-gitaarvirtuozen we eigenlijk altijd weer terecht komen bij de originele muzikale ideeën van Bach en Vivaldi. Het is daarom volgens Aagaard-Nilsen niet toevallig dat de laatste twintig jaar ook veel brassbandwerken zijn geschreven met gebruikmaking van bestaande muziek. 'Het is een trend geworden, die zeker briljante stukken heeft opgeleverd. Denk maar aan de werken van Philip Wilby, waarvan er ook enkele muziek bevatten van juist weer Vivaldi en Bach.'

Muziek zonder pretenties
Old Licks Bluesed Up heeft volgens de componist geen pretenties en lijkt op de muziek van anderen. Het is moeilijke muziek om te spelen. Je hoort de blues met hier en daar een grapje en muziek geïnspireerd door de orgelliteratuur. Zowel barok met zijn arpeggio’s en koraalmatige passages als een eerbetoon aan het Hammond Orgel. Een instrument dat zowel in de jazz als in de vroege rock-muziek een belangrijke plaats in nam. Het wordt geportretteerd met eenvoudige lijnen in het tweede deel, maar in de hoekdelen geeft het richting en heeft het drive en snelheid.     

Toccata I
Aagaard-Nilsen maakt het zijn luisteraars zeker niet gemakkelijk. Zoals in elk van zijn werken creëert hij een eigen klankuniversum. De opening is con fuoco en laat gelijk veel van het materiaal horen dat de componist door het hele werk heen gebruikt. Met twee spelers op dezelfde marimba horen we de riffs uit het begin nu zachter terugkomen. Daarover heen een duet van cornet en sopraan cornet en een solo voor euphonium. Na een opbouw vol techniek komen we in een sonore langgerekte melodie terecht, die uitmondt in een kort moment van stilte, waarna een nieuwe passage begint met een kleine variatie op een eerder gebruikt riff. Het is de inleiding tot een nieuw duet van sopraan cornet en solo cornet ondersteund met een beweging van none-akkoorden. Korte tutti riffs, bestaande uit louter marcato te spelen zestiende noten, leiden terug naar het materiaal van het begin van het deel vol vuurwerk. Een kort pianissimo slot leidt naar de overblijvende triangelklank.

Riternello
De componist geeft tederheid en flexibiliteit aan als karaktertermen voor de muziek van deel twee Ritornello. De cornetten, een zonder demper en de anderen met Harmonmutes in verschillende standen, geven een jazzy en bluesy gevoel aan de opening. De trombones nemen over en de eerste bastrombonesolo is een feit, gevolgd door een quasi cadenza solo van de cornet. Het refreintje keert nu na een aantal versies van de trombonesectie terug in hoorns en baritons. Het woord is weer aan de bastrombone en een onvervalst bluesgevoel komt te voorschijn uit de vele dalende glissandi. Verder vertolkt met een duet van de euphoniums en overgenomen door de tenortrombone in een heerlijke jazzy solo. Dan volgt een omvangrijke scene voor het groot koper. Wat begint als een duet tussen euphonium en es-bas wordt voortgezet in de gehele euphonium- en bassectie, die elkaar op kwintafstand volgen, het derde deel in.     

Toccata II
De marimba staat in de spotlight in dit Presto gedeelte. Al klinkt ook de triangel weer als grappig bruggetje tussen de delen. Arpeggio's nemen de muziek over. Ze doen denken aan werk van John McCabe, zoals Salamander of Desert II Horizon. Een eerste climax volgt in de vorm van een aantal akkoorden die steeds drie keer wordt gespeeld, soms gevolgd door twee kortere noten. Meno mosso worden daarna de riffs uit deel een weer opgepakt, uitmondend in een volgende climax, nu met een motief van steeds drie korte noten. Ook keert de langgerekte melodie uit deel een terug, maar nu meer regelmatig van structuur. Dan neemt de componist ons mee naar de finale van Old Licks Bluesed Up. In razende vaart keren de arpeggio's terug om uiteindelijk pas in de laatste maat bij zinnen te komen.