Hoe de British Open verliep

Laatste update om 14:45 op Sunday, 9 September

Band 19: Leyland (Thomas Wyss)

Ian Culross is de laatste principal cornettist die A Brussels Requiem op gang mag brengen. Een solide opening volgt met een strak dirigerende Thomas Wyss. De trombonist staat boven de muziek van zijn solo. Heerlijk! Het pianissimo is zo zacht dat het maar de vraag is of dit alles te horen was in de jurytent. Kleine haperingen in het samenspel, maar het is zeer overtuigend wat deze band laat horen. Het trombonetrio laat een minder solide kant horen met veel ongelijke inzetten en hier en daar wat stemmingsproblemen. Daarna is het weer heel gecontroleerd wat dirigent en band laten horen. Zeker ook de overgang naar het 4e deel. Goede solistische bijdrage en een misschien iets geforceerde totaalklank. Op de valreep nog een band die echt een verrassende uitvoering neerzet. Een positief einde van een contest met prachtige uitvoeringen, maar ook met teleurstellingen.

Band 18: Fairey (Garry Cutt) 
 
Stephanie Wilkins begint haar carrière als principal van Fairey met een fijne opening van A Brussels Requiem. Een werk dat vandaag alle bands voor de nodige uitdagingen heeft gesteld. Het is een echte scherprechter gebleken. Fairey heeft er zeker in het begin van het werk wel de antwoorden bij gevonden. De muzikale lijnen van Garry Cutt zijn logisch en worden goed gevolgd door de band. In het 3e deel stuit ook deze band op wat oneffenheden. Een zeer onderhoudende uitvoering wordt echter in het laatste deel weggegooid door de band met zeer storende fouten, alsof de concentratie plotseling weg is.   


Band 17:  Co-op Funeralcare (Frans Violet) 
 
Over interessante combinaties gesproken. Dit is er zeker ook een. Frans Violet voor de Schotten van Co-op. Een band die zeker niet zonder zorgen is. Na 100 jaar Co-op, raken ze deze sponsor binnenkort kwijt. Helaas is de aandacht minder bij het optreden van vandaag en na een verkeerde inzet van een cornet is de band het even helemaal kwijt en duurt het geruime tijd om de boel weer enigszins bij elkaar te krijgen, dirigent Frans Violet wist gelukkig erger te voorkomen. Van de schrik bekomen volgt een zeer matige uitvoering en komt de dirigent maar spaarzaam aan zijn eigen lezing toe.  


Band 16: Grimethorpe Colliery (Allan Withington)

Heerlijke opening van Grimethorpe, de sopraan gaat wel heel erg op zeker en speelt veel te luid naar de hoge c toe. Het tweede deel is minder transparant en links en rechts gebeuren ongelukjes. De entree naar de hymnepassage is wat weifelend. Het hymne en de taptoesignalen mooi uitgewerkt. Wat problemen met de stemming zorgen ervoor dat een verder prachtig deel net niet aangrijpend is. De scherpe toon van de sopraan is daar later ook een beetje de oorzaak van. Ook hier extra show met uitdraaiende en staande secties. Het blijft een beetje net niet en misschien op een andere dag zonder de superbands was het genoeg voor een top 6.

Band 15: Cory (Philip Harper)

Topklasse opening van de band uit Zuid Wales. Ook in de sterkste dynamieken blijft de bandsound gehandhaafd. Wat een contrast met Black Dyke. Niet het zachtste pianissimo van de dag, maar zo functioneel. Angst en paniek voor het oprapen en een majestueuze hymne daaropvolgend. Taptoesignalen zijn perfect uitgevoerd. Het is genieten van dit 3e deel. Zo vol emotie wordt het hele verhaal verteld. Overal is ruimte voor muziek. Philip Harper vraagt het uiterste van zijn muzikanten en krijgt bijna alles. Moet het dan hangen op die mislukte baritoninzet? Helaas zijn we al aan A New Day toe, dit wil je keer op keer terug horen. Ook nu swingt het en tenslotte gaat het op naar de ultieme Au Claire de la Lune. Wat een masterclass van de Welsh Wizards.

Band 14: Black Dyke Band (Prof Nicholas J. Childs)
 
Gaat Black Dyke vandaag meedoen om de hoogste eer en laten ze de 17e plek van vorig jaar overtuigend achter zich? De opening roept wat vraagtekens op met zeer luide hoorns met een vet vibrato terwijl de score het afdoet met mezzoforte. De eerste technische passage kent heel sterke basinzetten die het geheel verstoren. De trombone kent ook problemen in zijn solo en dan ben je al bijna geneigd een antwoord te geven op vraag of Dyke vandaag mee doet. Het spel is grof en er gebeuren ongelukjes links en rechts. De sfeer van het werk wordt niet echt geraakt en met de balans is veel mis. Dit is Black Dyke zoals we ze afgelopen jaren helaas te vaak hebben gehoord. 


Band 13: Foden's (Michael Bach)

In de wandelgangen werd de uitvoering van Foden’s getipt als verrassing. Michael Bach is uit Zwitserland overgevlogen om deze uitvoering voor te bereiden en vanmiddag te dirigeren. Een interessante combinatie maken band en dirigent zeker. Het eerste deel wordt heel clean gespeeld, in de balans is de bassectie wat overheersend. In Cold Blood is transparant en alle techniek is goed te horen. Erg goed spel hier. De hymnepassage laat de warme klank van de band horen. De taptoesignalen doorbreken de opgebouwde uitvoering met kwetsbaar spel en missertjes. Het trombonetrio beantwoordt dit met ongelijk spel. Ook in het vervolg met bariton- en euphoniumsectie loopt het aantal vlekjes snel op. Op het moment dat we de finish in zicht krijgen, is van wat begon als een uitvoering met potentie om uit te groeien tot een verrassing niets meer over. Foden’s heeft zeker de gunfactor van het publiek dat de band een ovatie geeft.

Band 12: Hammonds Saltaire (Morgan Griffiths)

De winnaars van de Grand Shield hopen hier vanmiddag te bouwen aan een langer verblijf in de contest. Na twee mindere resultaten kan het alweer over zijn. Gek genoeg lijkt de band te hinken op twee gedachten. Een best wel intiem begin van de solo cornet wordt niet beantwoord met soortgelijk spel van de andere solisten. De trombonesolo is wel erg luid en het leidt een periode in met slordig en ruw spel. De balans in de band is niet zodanig dat alle ideeën volledig tot zijn recht komen. De hoornsectie heeft onvoldoende dynamische capaciteit om de strijd aan te kunnen met andere secties. Het is allemaal wat onevenwichtig. In het In Memoriam weet de band de aandacht niet vast te houden. Het laatste deel wordt met de rem erop ingezet en toch wordt ongelijk spel niet voorkomen. Tot de laatste noot, die te laat wordt gespeeld, blijft het slordig en oninteressant.


Band 11: Tredegar (Ian Porthouse) 

Tredegar is de eerste band na de break, die zichtbaar te kort heeft geduurd voor het publiek. De zaal is nauwelijks halfvol. En dat terwijl Tredegar zeker een band is om rekening mee te houden. Het openingsdeel met solo cornet en euphonium samen links van de band heeft de titel Innocence, weergegeven in het gebruik van Au Claire de la Lune. Tredegar laat al wel wat liggen in de opening. Deel twee geeft met de nodige agressie een waarheidsgetrouw beeld van de gevoelens die loskomen na zulke afschuwelijke gebeurtenissen. Het 3e deel is hoog in tempo, en de dirigent kiest zijn momenten. Het merendeel van de ideeën werken goed en daarmee bouwt Ian Porthouse zorgvuldig verder aan een zeer gedegen en fijne uitvoering. Niet altijd met dezelfde kwaliteit als de absolute top vandaag, maar een plek bij de eerste 10 lijkt er voor deze band wel weer in te zitten. Een heerlijke opmaat naar de apotheose van dit kampioenschap. 

 

Band 10: Valaisia Brass Band (Arsene Duc)

Vlak voor de break hebben we dan de titelverdediger uit Zwitserland op het podium. Een groot applaus verwelkomt ze. Solo cornet en euphonium staan aan beide kanten van de band. Opvallend is dat de stemming niet overal optimaal is in de intro. Er is zoveel detail te horen, ook in het ultra zachte overgangetje, terwijl met een andere balans ook weer een nieuwe kijk op de muziek ontstaat. Tijdens de cornetsignalen vallen de toffe roffels in het slagwerk op. Prachtige momenten zoals de inzet van de euphoniums in het In Memoriam worden enigszins ontsiert door stemmingsproblemen in de trombonesectie. Ook de baritons zijn er niet helemaal vrij van. En dan is er plots weer zoveel moois te horen. Hoog tempo in het laatste deel met magistrale trombones en een cornetsolo die reacties van bewondering uit het publiek oproept. Dit is de muziek waar deze band haar enorme kracht kan tonen. Een uitvoering die de jury zeker aan het denken zal zetten. 

 

Band 9: Carlton Main Frickley Colliery (Luc Vertommen)

Carlton Main heeft voor vandaag gebruikt gemaakt van de diensten van Luc Vertommen. 
Kirsty Abbotts zal een deja vu hebben gehad toen ze de solo zag die ze ook in Oostende speelde. Een comfortabele opening dit keer. Ondanks de strikte leiding van de chefdirigent weet de xylofoonsolist toch in een ander tempo te beginnen. Hartstochtelijk is het wel. De intenties van de componist gevangen in de titel van het tweede deel In Cold Blood zijn voelbaar. In Memoriam heeft het gevoel van een treurmars maar wat stemmingsproblemen leiden af. Het gevoel van het tweede deel van de titel van dit deel We shall rise again, houden we over aan de opbouw naar de finale van dit gedeelte. Hoewel het aan het begin van die opbouw even kwetsbaar klinkt. Er valt in deze lezing veel te genieten. Duidelijke keuzes van de dirigent die werken met deze band.  

Band 8: Eikanger-Bjørsvik Musikklag (Bjarte Engeset)


Eikanger is de eerste van twee niet Britse bands die vandaag een gooi naar de prijzen doet. Als Europees kampioen van 2017, en wie herinnert zich de uitvoering van Fraternity niet, hebben ze de uitnodiging ontvangen. Vandaag geen Ingar Bergby maar onder leiding van Bjarte Engeset , die in rokkostuum verschijnt. De band krijgt een warm welkomstapplaus.

De intro is sfeervol en uitgesponnen. Solo cornet prachtig van toon. Wat vlekjes later met een euphonium die wat laag klinkt. Zeer overtuigend spel met zeer grote dynamische verschillen en beide extremen hebben we vandaag nog niet gehoord. Er is meer angst en paniek te horen dan dat het jazzy karakter naar voren komt. De hymne is prachtig in balans. Beide elementen zijn mooi in lagen vormgegeven. In het trombone trio bereiken we niet helemaal een treurmars maar de muziek stroomt wel. De muziek heeft een logische opvolging en kent een schitterende opbouw. Niet zonder een braampje hier en daar en doet minder een beroep op je emoties dan bijvoorbeeld Brighouse. Aan het eind van het In Memoriam weet de band die snaar alsnog te raken. Een fors tempo in het laatste deel laat de onmiskenbare kwaliteiten van deze band horen. Natuurlijk hopen we elke keer die magie van Bergby uit 2017 terug te horen, maar die is er vandaag even niet. Wel een super optreden.  


Band 7: Wingates (Paul Andrews) 

Paul Andrews staat vandaag op de bok bij Wingates. De eerste professionele dirigent van de band was de beroemde William Rimmer. Samen behaalden ze in 1906 en 1907 zowel de Nationale titel als de British Open titel. Daarna heeft de band nog heel wat contests op haar naam geschreven, soms heel verrassend.  

De band klinkt vandaag fel en het knalt behoorlijk in de bassectie. De trombonesolo is erg goed, in de xylofoonsolo is het onrustig en de solist loopt wat weg bij de band. Af en toe lijkt het alsof de dirigent van vandaag niet heeft kunnen kiezen en vechten de stemmen om wie voorrang heeft. Ook tijdens het hymne kiest de dirigent niet, maar verandert de prioriteit halverwege. De band heeft het moeilijk met het werk en mindere secties komen bloot te liggen. In de tutti’s naar de finale toe vallen opnieuw de bijzondere en ongelukkige keuzes op, die deze band en dirigent hebben gemaakt.  

Band 6: Aldbourne (Dr. David Thornton) 
 
Een trotse band nu op het podium. Tweede waren ze afgelopen mei tijdens de Grand Shield en dat zorgde na de hoogtepunten in de jaren tachtig weer voor een eervolle uitnodiging voor de British Open. Medeverantwoordelijk voor dit succes is ongetwijfeld dirigent David Thornton, die waarschijnlijk het jaarlijkse optreden op 1e Kerstdag ‘s morgens om 4 uur wel aan zich voorbij zal laten gaan.
De opening is zeker comfortabel te noemen. De euphonium zet de hoge f even los neer, stoer. De klank van de band is niet zo groot als gerenommeerde namen als Desford en Rothwell, maar prettig om naar te luisteren. Het ensemblespel vooral tussen slagwerk en band is op veel momenten een zorg voor de dirigent. Het 3e deel In Memoriam test de band op zuiverheid en daar komt de band ook best goed door heen. De tempi zijn wat snel genomen in dit deel, maar over het geheel genomen zet deze band een prima uitvoering van dit werk neer, waarop ze met recht trots mogen zijn. Helaas zal dat niet genoeg zijn om vandaag indruk te maken op de jury, maar we hebben ook al uitvoeringen gehoord van meer bekende bands die genoeg lieten liggen.  

Band 5: Desford Colliery (LMTF) (Michael Fowles)

Door de vele wijzigingen die Desford de laatste jaren ondergaat weet je eigenlijk niet wat je van de band kunt verwachten. Michael Fowles neemt de score vaak nogal letterlijk en ook nu is de opening wat recht toe recht aan. Opvallend is dat de trombone solo wordt ingezet door de 2e trombonist en opgedeeld is. Dynamisch is het steeds aan de ruime kant, wat de transparantie niet ten goede komt. In het 3e deel wordt prima muziek gemaakt, maar ook hier ontbreekt net weer even de juiste sfeer. Desford laat je genieten van enkele supermuzikanten in hun midden zoals Kevin Crockford op sopraan en Jim Fieldhouse op euphonium. De band zet een degelijke uitvoering neer die het wel kan opnemen tegen een aantal bands uit het rechter rijtje.

Band 4: Rothwell Temperance (David Roberts)

Rothwell heeft dan de ondankbare taak om voor een half leeggestroomde zaal de lezing van Brighouse uit de herinnering te poetsen. Vanaf de eerste noot is duidelijk dat dat te veel gevraagd is. De band heeft een comfortabel eerste deel waarna het snelle gedeelte iets te laag in tempo is. Dynamisch is het wat eenvoudiger uitgewerkt, er zijn weinig nuances in dynamiek te horen, waardoor de sfeer niet altijd wordt getroffen. Ook deze band laat de mineurvariant van Au Clair de la Lune prevaleren, maar daardoor wordt de hymnemelodie weggeduwd. De overgangen klinken nog te weinig vanzelfsprekend en dat is kenmerkend voor deze uitvoering. Dit is een erg moeilijk werk voor deze band. Een opgaaf waar de band zich kranig doorheen slaat en waarmee ze zullen hopen ook volgend jaar een uitnodiging te ontvangen voor de wedstrijd in september en niet al in mei te hoeven afreizen naar Blackpool. 


Band 3: Brighouse & Rastrick (Prof David King) 

Brighouse kiest ervoor om de cornetsectie meer diagonaal op het podium neer te zetten, waardoor er meer rechtstreeks de zaal ingespeeld wordt. Een prachtige cornet solo met een mellow geluid en een staande hoornsolist en dat werkt wonderwel. Ook het duet van euphonium en sopraan klinkt comfortabel. Met de overgang naar de techniek belanden we met deze band in op een ander niveau van samenspel. De drukte en gevoelens van paniek in het tweede deel krijgen een dansachtig karakter en alleen de sirene lijkt hier te ontbreken. De keuze om het Au Clair de la Lune te laten prevaleren boven de primaire melodie van het hymne bezorgt kippenvel. In Memoriam wordt niet geheel uitgesponnen, maar heeft meer het gevoel van een treurmars. Prachtig spel van Brighouse tot in vrijwel elk detail. Hier worden emotionele gevoelens rechtstreeks aangesproken. Met een indrukwekkende dynamische opbouw breekt de nieuwe dag aan en in een razend tempo komen we in de finale waarbij meer dan de helft van de band inmiddels is gaan staan. Een moment van overdenking nog voordat de klokken luiden en de finale nog maar een keertje overdondert. Wat een geweldige uitvoering! 


Band 2:  Flowers (Phillip McCann) 

De band uit Gloucester staat vandaag onder leiding van Phillip McCann. De principal cornet speelt naast de band (hoewel niet voorgeschreven). De opening is sfeervol, niet zonder vlekjes. De tongslag motiefjes zijn dynamisch duidelijk ingehouden. Daardoor ontstaat een andere opbouw. De techniek in het tweede deel klinkt wat moeizaam in bepaalde instrumentgroepen.  Ook het tempo lijkt iets lager te liggen. Dynamisch zijn er mooie contrasten hoorbaar. Het hymne klinkt prachtig als de beste Belgische fanfare. Het ensemblespel tussen blazers en slagwerk is niet optimaal. In Memoriam heeft een duistere sfeer, prima euphonium en bariton duet. McCann heeft duidelijk andere lijnen gekozen dan in de partituur staat beschreven. A New Day krijgt een prachtige entree. De band heeft een fraaie heldere klank in dit deel. Technisch is het niet hecht op bepaalde momenten, maar deze uitvoering heeft al zoveel meer dan de eerste band van vandaag.   

Band 1: Whitburn Band (Florent Didier)

De eerste keer dat A Brussels Requiem op een wedstrijdpodium klinkt na de wereldpremière van Brassband Oberösterreich (met dirigent Erik Janssen) tijdens de Europese Kampioenschappen in Oostende in 2017. Meteen vanaf de start is duidelijk dat de opening met de solo cornet al een weg opent naar een geslaagde of minder geslaagde uitvoering. De stemming is niet perfect en het daaropvolgende duet van de sopraan en euphonium, die de hoge f aantikt, klinkt niet comfortabel. Ook in de techniek lijkt de vloek van de loting door te werken. Aan het einde van het tweede deel heeft de componist een hymne opgenomen, het blijkt lastig om dat boven de effecten van de andere stemmen uit te laten komen en dat lukt de band dan ook niet geheel. In Mermoriam is een deel dat verstilling brengt en emoties oproept. Ook hier blijft de band veel te veel aan de veilige kant om een impact te maken vandaag. In A New Day weet de band de juiste snaar wel te raken. Een hoopvolle blik zoals de componist het beschrijft.

De verwachtingen zijn hoog gespannen vandaag. De loting is inmiddels bekend en outsider Whitburn heeft het ongelukkige lotnummer 1 getrokken. Met Brighouse als enige andere favoriet vroeg in de loting lijkt de spanning vandaag langzaam op te bouwen. 

Juryleden Stephen Roberts, Paul Holland, Rob Wiffin

Loting

1 Whitburn (Florent Didier)
2 Flowers (Phillip McCann)
3 Brighouse & Rastrick (Prof David King)
4 Rothwell Temperance (David Roberts)
5 Desford Colliery (LMTF) (Michael Fowles)
6 Aldbourne (Dr David Thornton)
7 Wingates (Paul Andrews)
8 Eikanger-Bjorsvik Musikklag (Bjarte Engeset)
9 Carlton Main Frickley Colliery (Luc Vertommen) 
10 Valaisia Brass Band (Arsene Duc)
11 Tredegar (Ian Porthouse)
12 Hammonds Saltaire (Morgan Griffiths)
13 Foden's (Michael Bach)
14 Black Dyke (Prof Nicholas J. Childs)
15 Cory (Philip Harper)
16 Grimethorpe Colliery (Allan Withington)
17 Co-op Funeralcare (Frans Violet)
18 Fairey (Garry Cutt)
19 Leyland (Thomas Wyss)