DOBC Kampioensdivisie: De Wâldsang, nog één keer Fraternity

Laatste update om 21:41 op Saturday, 9 June

De Wâldsang o.l.v. Rieks v.d. Velde        

1 Fanfare in Orange (Christian Overhead) 
De Nederlands kampioen opent met een sterke uitvoering. Uiteindelijk staan alle cornetten naar het publiek gekeerd voor een daverend eindakkoord.                                  

2 Abide with me (W.H. Monk, arr. Karl Jenkins, transcr. Peter Graham) 
Een groter contrast met de fanfare is bijna niet te bedenken. De cornetten hebben zich nu van het publiek afgekeerd voor een zeer invoelende versie van Abide with me. Het slot met trombones en bassen raakt je aan, prachtig.

3 Moon Song, Sun Dance (Philip Sparke)
In rap tempo volgen de werken elkaar op. Solist Mariska Postma (bugel) is al begonnen aan haar solo. In het eerste gedeelte van het werk (Moon Song) wordt gedragen muziek afgewisseld met wat techniek. Af en toe blijft er wat liggen in de techniek, maar er is veel te genieten. De cadenza verbindt het eerste met een vivace tweede deel (Sun Dance). Knap hoe ze al de techniek liet horen. Jammer van het einde. 

4 Fraternity (Thierry Deleruyelle)
We krijgen een reprise voorgeschoteld van het vrije werk op de EBBC. En dat is geen straf met dit werk. De start is prima in de bas en de euphoniumsolo wordt muzikaal gespeeld. Dan weet Rieks v.d. Velde zijn band te bewegen om er nog een keer vol voor te gaan in de monumentale akkoorden. De lange cornetsolo verdient complimenten. Het duet van flugel en bariton wordt in hoog tempo genomen. Bij het steenkolen delven missen we misschien een beetje drive bij de bassen. Ook de trombones spelen een beetje over de techniek heen en dat is het startschot voor meer ongelukjes in het samenspel. 

In de passage waarin de paniek toeslaat blijft het net niet op momentjes. Gelukkig blijft er meer dan genoeg over om het verhaal mee te vertellen. Wanneer de slachtoffers worden geborgen, begeleid met een trombonekoraal en het gebed wordt ingezet is er veel sfeer en voel je de zware last in de muziek. De laatste passage brengt zeker nog dat kippevelmoment te weeg.