EBK 2025: Keuzewerken: band 6
Band: Brass Band Regensburg
Dirigent: Thomas Freiss
The Legend of King Arthur - Dr Peter Meechan
Koning Arthur is het onderwerp van vele verhalen en mythen – van het trekken van het zwaard Excalibur uit de steen en zijn moedige gevechten met zijn mede-Ridders van de Ronde Tafel, tot zijn uiteindelijk tragische liefde voor Guinevere. Peter Meechan’s werk is een muzikale weergave van enkele van de bekendste momenten uit de legende – een opzettelijk door rock geïnspireerde ouverture die in modernere tijden wordt gelinkt aan Arthurs vermeende laatste rustplaats nabij Glastonbury.
Een spannende opening maakt al snel plaats voor de mysterieuze aankomst van Merlijn die Excalibur in een steen plaatst met de belofte: " Wie dit zwaard uit deze steen trekt, is de rechtmatig geboren koning van heel Engeland." Velen proberen het tevergeefs, maar met de herhaling van zijn thema en een theatrale zwier horen (en zien we misschien wel) Arthur erin slagen zijn bestemming te vervullen.
Geprezen en geliefd, regeert hij over zijn koninkrijk en behaalt hij zijn grootste militaire overwinning op de Saksische indringers in 'De Slag bij Mount Badon', wat een langdurige periode van vrede inluidt. Het voorlaatste deel van het werk vertelt echter over zijn tragische liefde voor Guinevere – zijn verraderlijke vrouw, die door haar ontrouw met Sir Lancelot Arthur uiteindelijk naar zijn laatste gevecht en dood leidt door toedoen van zijn neef Mordred. Dodelijk gewond horen we een plotselinge en dramatische herhaling van Arthurs thema aan het einde, terwijl hij naar Avalon wordt gebracht om in de legende te worden opgenomen.
Expressieve uitvoering met kleine haperingen door Regensburg
Na een korte onderbreking betreedt de Duitse deelnemer het podium. Het is even wennen en de stemming hapert kort, maar dit wordt snel opgelost. De euphoniumspeler krijgt direct een uitdagende solo en levert, op een kleine hapering na, een uitstekende bijdrage. Regensburg laat fraaie, zachte dynamiek horen, al ontstaan er gaandeweg het werk problemen met het samenspel en de stemming. De compositie bevat complexe ritmes en veeleisende solo’s, soms ondersteund door zang.
Het rustige middendeel straalt kalmte en sereniteit uit, hoewel er hier en daar onzuiverheden hoorbaar zijn. Het snelle gedeelte begint bewust wat langzamer, waarna de trombones het voorgeschreven tempo oppakken. Naar het slot toe blijft er voldoende klank over; de Duitsers geven alles en de laatste noot klinkt nog even mooi na in een redelijk gevulde zaal.
