NBK 2024: Musici uit de kampioensdivisie
CU Brass spreekt in aanloop naar de NBK met musici over het werk 'The Lost Circle' van componist Jan Van der Roost. We krijgen zo een persoonlijk inkijkje in deze periode vol met repetities, studiedagen en try-outs. In de schijnwerpers dit keer Jeroen Prikkel, trombonist bij Altena Brass.
Vanaf de pupiter van Jeroen Prikkel...
Het verplichte werk dit jaar, The Lost Circle van Jan Van der Roost, staat bekend om zijn complexe structuur en dramatische contrasten. Wat zijn volgens jou de grootste technische en muzikale uitdagingen voor jouw partij in dit werk?
Bijna alle technische passages voor de trombonesectie hebben van Van der Roost de aanduidingen forte (of fortissimo) en marcato gekregen. De techniek is op zichzelf meestal goed speelbaar, maar de extra intensiteit door dynamiek en speelmanier vormt keer op keer een uitdaging. Daarnaast zit in het begin van de Procession along the Stonehenge Avenue een kort trombonetrio. Door het langzame tempo is de passage qua timing en samenspel met bijvoorbeeld de bassen een leuke uitdaging.
Je bent al geruime tijd actief als trombonist bij Altena Brass. Hoe zou je jouw muzikale reis beschrijven binnen de band, en hoe heeft deze je spel en carrière beïnvloed?
Voordat ik bij Altena Brass kwam spelen was ik vooral actief de symfonische wereld, met af en toe een uitstapje naar een brassband. Vanaf mijn start bij Altena Brass heb ik thuis beduidend meer moeten studeren om mijn embouchure op peil te houden én (uiteraard) om alle technische passages voor elkaar te krijgen. Dit heeft mij de afgelopen jaren zeker een betere trombonist gemaakt.
Wat is jouw eerste indruk van The Lost Circle als trombonist? Hoe verschilt deze compositie van andere werken die je in het verleden hebt uitgevoerd tijdens de NBK?
In tegenstelling tot bijvoorbeeld Sand and Stars (NBK 2023) sprak The Lost Circle mij niet direct aan. Voor mij is The Lost Circle moeilijker te doorgronden dan het werk van vorig jaar, maar nu repetitieproces vordert, worden de vorm en thema’s steeds helderder en begin ik het langzaam te waarderen. Technisch is het werk misschien iets minder uitdagend dan het werk van vorig jaar, maar de moeilijkheid in samenspel en balans voegen zeker weer een uitdaging toe.
Welke passages of secties in The Lost Circle zijn volgens jou het meest uitdagend voor de band als geheel, en hoe pakken jullie deze aan tijdens de repetities?
Het middendeel van The Lost Circle is een koraal van ruim vijf minuten. Dit koraal biedt dirigent en band veel mogelijkheden om echt muziek te maken. We besteden tijdens repetities daarom veel tijd aan de interpretatie van het koraal en ik ben zeer benieuwd hoe andere bands dit uiteindelijk zullen gaan doen.
Daarnaast is de start van de finale What an excitement! een uitdaging voor de band als geheel. Het tempo en de ritmiek maken het moeilijk om die passage helder en transparant te houden. Gelukkig heeft onze dirigent en slagwerker Ward de Ketelaere een grote trukendoos om hier gestructureerd aan te werken.
Mensen die minder bekend zijn met het fenomeen brassband, zijn verrast door de intensiteit van oefensessies, optredens enz. Is dit herkenbaar voor je? Hoeveel tijd steek je zelf wekelijks in deze (topsport) hobby?
Dit is zeker herkenbaar. Met mijn symfonische achtergrond was het altijd een belevenis om in te vallen bij een brassband: veel spelen, een hoog repetitietempo en veeleisende partijen. Om daar nu wekelijks aan te kunnen voldoen probeer ik thuis zo vaak mogelijk te spelen, maar met werk en een gezin met twee kleine kinderen is dat soms simpelweg niet haalbaar. Gemiddeld kom ik toe aan drie tot vier keer per week een klein uurtje studeren.
In veel van Van der Roost's werken is er een sterke focus op balans en samenspel tussen de secties. Hoe ervaar je dit in The Lost Circle als trombonist, en hoe werkt de band aan deze balans tijdens repetities?
Wat mij betreft is ‘in balans’ spelen nooit vanzelfsprekend. Je moet als muzikant boven je partij staan, goed luisteren en eigenlijk ook nog precies weten wáár je naar moet luisteren. Zelfs bij het inspelen met een (technisch) eenvoudig koraal is het niet eenvoudig om als band volledig in balans te spelen. Voor mij is het belangrijk om tijdens repetities vooral de andere partijen te leren kennen, zodat ik weet met wie of welke groep ik samen en in balans moet spelen.
Kun je beschrijven hoe het is om als muzikant in een vol TivoliVredenburg te spelen? Maakt dat alle geïnvesteerde tijd goed voor je?
Eerlijk gezegd geniet ik vooral van het repetitieproces voorafgaand aan het NBK en is de uitvoering in TivoliVredenburg meer een ‘toetje’. In de maanden voor het NBK merk ik dat iedereen in de band ervoor gaat, grenzen verlegt en dat de band zich snel ontwikkelt. Wanneer het werk eenmaal begint te lopen, zoals bijvoorbeeld een technische passage of het koraal, kan ik daar echt van genieten. Uiteraard is het daarna gaaf om in een vol TivoliVredenburg te laten horen wat je met elkaar hebt bereikt!